Running Nu
Call Us Free: 1-800-123-4567

Crossen is lekker

Crossen is lekker

Als de R in de maand komt en de laatste baanwedstrijden worden gelopen dan kijken veel atleten al uit naar de winter. Het kunststof van de baan wordt ingewisseld voor het veld. Het crossseizoen gaat weer beginnen. Schoenen met spikes, punten tot soms wel achttien millimeter lang worden onder de zool geschoefd om de modder te kunnen weerstaan.

Maar de crosswedstrijden zijn natuurlijk niet alleen voor de fanatiekere baanatleten, iedereen kan meelopen en op alle niveau’s worden er wedstrijden georganiseerd. Veel hardloopverenigingen organiseren wel enkele wedstrijdjes. Neem eens een kijkje op de site van de regionale atletiekvereniging of op de site van Dutchrunners.

Waarom is crossen zo leuk? Ten eerste de modder. Ongegeneerd door de plassen banjeren, boomstronken ontwijken en sjokken door een strook met zand. En ten tweede, het gaat eens een keer niet om de exacte afstand of het persoonlijke record.

Een cross gaat altijd over een onverharde ondergrond, vaak een bos, een duingebied of over de velden. Het liefst liggen er kleine kuitenbijtende bultjes in. Kuilen, takken en wortels horen er ook bij. Veel langer dan tien kilometer zijn de meeste wedstrijden niet. En in tegenstelling tot het traillopen, waar je een lange tocht maakt door de natuur, worden er in crossen vaak enkele ronden gelopen. Leuk voor het publiek dat de wedstrijd zo goed kan volgen.

Waarom is crossen zo goed? In crossen is het wenden en keren, na een scherpe bocht weer aanzetten. Bij crossen met een heuveltje of een kuil zal je geregeld moeten wisselen van pasfrequentie en van ritme. Omdat het geen wedstrijd is om een goede tijd te lopen, loop je tegen de andere atleten. Je vecht voor je plekje, of het nu een top drie klassering is of omdat het nu gaat om de vijfendertste plek.

Crossen lopen is ook een kwestie van karakter. Het zijn winterse wedstrijden waar je tot je verbazing veel atleten zal zien in een shirtje en een korte broek. Als je maar hard genoeg loopt, krijg je het van zelf warm! En reken maar dat er hard gelopen wordt. De paden waarover gelopen wordt zijn meestal niet zo breed dus wordt er al gelijk hard gestart om een goed plekje te verkrijgen. Met een beetje brutaliteit snij je net de bocht wat beter aan dan je tegenstander en win je weer een plekje. En dan komt het aan op je conditie. Je aerobe vermogen, het vermogen om lang zo hard mogelijk te kunnen lopen, speelt in deze een grote rol. Na de snelle start even op adem zien te komen en hard door te lopen. En dan tussendoor even moeten versnellen om een versmalling in het parcours te gebruiken om je tegenstander achter je te laten. En dan ook nog geconcentreerd blijven om niet te struikelen over een boomstronk. Het vergt heel veel van jou als loper.

Maar wat is het lekker om na zo’n drie kwartier hijgend in de hekken te hangen na de sprint naar de eindstreep. Dampend van het zweet bij een temperatuur net boven het vriespunt.

Op 2 november 2012 gepubliceerd op Prorun.

Foto: Herman Vrijhof, Energie Running Team

Laat een reactie achter

"De finish is niet het einde van het lopen..." (Ultraloper Jan Knippenberg)