Het was pas in 1975, de eerste officiële deelname van een vrouw aan de Rotterdamse marathon. Maar het was direct een prachtdebuut van de ?-jarige Corrie Konings uit Roosendaal. Harm Hendriks, verslaggever van de Atletiekwereld verklapt haar leeftijd niet. Dat doe je niet met bij een dame, schrijft hij. Maar het Rotterdams Nieuwsblad doet niet zo moeilijk, zij schrijven over de 35-jarige Roozendaalse. Maar die leeftijd bereikte ze pas drie maanden later. De voorbereiding voor de marathon werd serieus aangepakt in samenwerking met onder andere de inspanningsfysioloog Jan Vos, één van de eerste mensen die veel onderzoek deed met behulp van een hartslagmeter. De laatste zeven weken liep Corrie Konings elke week een dertig kilometer en kwam, naast haar werk als bejaardenverzorgster, aan weken van 90 tot 110 kilometer. Met haar tijd van 2.57.12 verbrak ze het oude Nederlandse record van Marijke Moser met twee minuten. Ze bleef de enige andere dame, de Duitse Liselotte Weisgerber, ruim drie kwartier voor. Konings en Weisgerber moesten wel 5 minuten na de mannen starten. Het lukte Corrie Konings tijdens haar recordrace om ruim honderd mannen in te halen. Het Rotterdamse Nieuwsblad noemt het een ontgoocheling dat ook dit jaar weer een “naamloze stayer” […]
Lees verderDe veertiende Rotterdam Marathon, 1975
De elfde Rotterdamse Marathon, 1973
Een suikerzoete titel voor Johan Kijne kopte het Rotterdams Nieuwsblad op 7 juli 1973. Ik vroeg Johan Kijne, thuis in Hellevoetsluis, wat die kop precies inhield. De krant schrijft over een suikerdieet maar Johan legde uit dat hij, in navolging van de Zweden en Engelsen, zich had verdiept in het koolhydraten stapelen. Dat hield in dat er een week voor de wedstrijd drie dagen lang geen suiker en zo min mogelijk koolhydraten werden ingenomen. Het lichaam reageert dan met een eigen glycogeenaanmaak. Na de suikerloze dagen wordt er juist heel koolhydraatrijk gegeten. Pasta’s in alle soorten en maten. Het lichaam reageert door extra op te slaan voor moeilijke tijden. Tijdens de marathon heb je dan extra koolhydraten om uit te putten. Johan Kijne werd in de elfde Rotterdamse marathon derde achter de Britten Jones en Hughes en werd daarmee Nederlands Kampioen. Jones, een 28 jarige vrachtwagenchauffeur uit Windsor liep een uitgekiende race. Samen met Kijne haalde hij rond het 25 km punt de koplopers Slachmuylders uit België en de Engelsman Atkinson in. Achter het viertal liepen Cees Verhoef, Aad Steylen, Henk Kalf, Van Sijtveld en de Engelsman Hughes. Het werd een mooie wedstrijd, Jones liep van Kijne weg en zijn […]
Lees verderDe tiende Rotterdam Marathon, 1972
In de blog over 1955 schreef ik dat Pleun van Leenen, de beste Nederlander op de olympische marathon van 1928, aan de start stond van de negende Rotterdamse marathon. We zijn nu in 1972 belandt. En wie staat er weer op de baan in 1972? Juist, Pleun van Leenen. Deze keer liep hij niet meer mee. De 72 jarige Rotterdammer liep nog wel geregeld een rondje door het Kralingse Bos maar marathons liep hij niet meer. Samen met de andere Rotterdamse deelnemers van 1955, Ad van den Berg, Joop Snoep, Wim Bahnert en Jan Ruberg kreeg hij van het Rotterdamsch Nieuwsblad een lepeltje aangeboden. Tijdens het startschot van de marathon zorgde een wolkbreuk ervoor dat de lopers in een nat pak op weg moesten voor hun eerste van de zes rondjes Plas. De Engelsman Bernie Allen deed het organisatiecomité van atletiekvereniging Metro een groot plezier door de wedstrijd te winnen in de snelste tijd ooit op Nederlandse bodem gelopen. Nadat Allen een jaar eerder Enschede won, klokte hij nu een persoonlijk record van 2.16.34,6. De Nederlanders probeerden wel te profiteren van het tempo van de Engelsman. Met name de Maastrichtenaar No op den Oordt, oud recordhouder op de 5000 meter […]
Lees verder