In 2008 was ik te gast bij de Ultra-Trail du Mont-Blanc (UTMB), op uitnodiging van de sponsor. Gedurende de gehele race was ik op diverse locaties getuige van een bijzondere race. De strijd van de deelnemers tegen de vermoeidheid, de hoogte en het lopen over de bergpaden in het donker, maar bovenal van de eerste overwinning van een fenomenale atleet, Kilian Jornet. De volgers van de race kenden deze twintigjarige Spanjaard niet. Een kamikaze actie van een onervaren jongeling, zo werd over hem gesproken in de eerste uren van de wedstrijd. De Franse journalisten werden gedurende de race chagrijniger en zagen vol ongeloof Jornet met een grote glimlach finishen in Chamonix. Er werd geprotesteerd, hij zou geholpen zijn onderweg, hij zou de juiste spullen niet meegenomen hebben enzovoort. Nu, ruim tien jaar later kennen we Kilian Jornet als één van de grootste trailatleten en ambassadeurs van deze mooie sport. In die jaren werd het trailrunnen groter en groter. Veel sportmerken kwamen met een lijn van trailschoenen en -kleding, wedstrijden schoten als paddenstoelen uit de grond en ook in Nederland werd trailrunning populair. Als trainer begeleidde ik atleten naar grote wedstrijden als de UTMB, de Marathon des Sables en andere mooie uitdagingen. Als […]
Lees verderHow to Succeed at UTMB
Ultralopen – Sportgericht 2013-5
In Sportgericht, vakblad voor specialisten in beweging, verscheen in het najaar van 2013 het onderstaande artikel over ultralopen. Sportgericht 67ste jaargang 2013, nr. 5. p.18-21 Ultralopen Veel verder dan de marathon Mark de Boer PDF versie Lange tijd werd de marathon gezien als een extreem fenomeen. Tegenwoordig is het lopen van de klassieke afstand bijna gemeengoed geworden, maar het lopen van (veel) langere afstanden zien velen nog steeds als excessief en mogelijk schadelijk voor de gezondheid. Terecht of niet? Tweeënveertig kilometer en honderdvijfennegentig meter: de marathon. Gebaseerd op de tocht van Marathon naar Athene die de boodschapper Pheidippides na de overwinning van de Atheners op de Perzen rennend aflegde. Aangekomen bij de stadspoort stierf hij van uitputting, maar niet voordat hij de victorie had kunnen verkondigen. Deze geschiedenis speelde zich af in 490 voor Christus. De oudst bekende verhalen over de boodschapper zijn zo’n veertig jaar later genoteerd door Herodotus en meer dan 500 jaar later duikt de naam Pheidippides op in stukken van de satiricus Lucianus.1 Spelen Tijdens het maken van plannen voor de eerste moderne Olympische Spelen van 1896 (Parijs) kwam de Fransman Michel Bréal met het idee om een lange afstand race te […]
Lees verderCitius, altius, fortius. En verder!
“Citius, fortius, altius”, ooit bedacht door de monnik Didon, die de leus “sneller, sterker, hoger” gebruikte om zijn leerlingen op het sportveld aan te moedigen. Pierre de Coubertin veranderde de volgorde in citius, altius, fortius en introduceerde het motto bij de oprichting van de moderne Olympische beweging in 1894. Sneller, sterker en hoger, genoten hebben we allemaal weer van de prachtige prestaties van de atleten tijdens de Olympische Spelen in Londen. Soms waren het bovenmenselijke prestaties die we hebben gezien. Toch zijn wij, mensen, maar goedwillende amateurs vergeleken met de atleten uit het dierenrijk. Professor Sharp, mede-oprichter en voormailg directeur van het Britse Olympisch Medisch Centrum schreef voor het Engels diergeneeskundig tijdschrift The Veterinary Record een mooi overzicht van de uitzonderlijke prestaties van dieren ten opzichte van de mens. Waar Bolt 37,6 kilometer per uur haalt en dus net iets sneller is dan een dromedaris sprint een racepaard zo’n zeventig kilometer per uur. Een beetje struisvogel haalt de zestig kilometer per uur ook wel. Op de langere afstanden worden we ook verslagen. Een windhond loopt de 400m twee keer zo snel als Michael Johnson, de wereldrecordhouder 400m met 43.18. De dubbele afstand, deze Olympische Spelen door Rudisha verbeterd naar 1.40.9,1 […]
Lees verderEenzame uren
Is hardlopen meer dan een optelsom van tijd, afstand en spiermassa? Jolanda Linschooten, beroepsavonturier, vraagt zich dat af in haar boek Eenzame uren. Ze nam zich voor om in 2011 een lopersqueeste aan te gaan om te kijken of ze haar vraag kon beantwoorden door het lopen van enkele ultralopen. Waarom loop ik hard? Een vraag die Robin Harvie zich in zijn boek, Why we run, ook stelt. Dat boek, in het Nederlands vertaalt als Gek van hardlopen was ik aan het lezen toen het boek van Jolanda Linschooten op de mat lag. Ik was al dagen bezig mij door het boek van Harvie heen te worstelen. Ik heb altijd een beetje moeite met zulke vragen. Ik stel ze af en toe zelf ook wel, maar meestal op driekwart van een moeizame ultraloop. En dan in de trant van “wat doe ik hier in hemelsnaam.” Harvie haalde er zoveel zaken bij dat ik geregeld het boek moest wegleggen omdat het mij niet raakte. Ik heb het afgelopen jaar, het jaar van haar zoektocht, Jolanda als ultraloopster een beetje mogen leren kennen. Niet eentje van het soort dat maar wat aanrommelt maar iemand die heel gedegen zich met haar races bezighoudt. […]
Lees verderDe zoen van Mevrouw Knippenberg
Natuurlijk, de berichten vanuit de nacht zijn niet om blij van te worden. Slecht strand, zwaar, wind tegen. Maar dat is vrijdagnacht en nog voor IJmuiden. Het lijkt een moeilijke JKM te zijn voor de mannen en vrouwen die zich wagen aan de 100 mijlen. Ontspannen start ik voor de halve versie. Vijftig mijl, tachtig komma vijf kilometer. Een paar weken geleden had ik, kijkend naar de startlijst, mijzelf een plekje bij de eerste vijf bedacht. Maar met een linkerhamstring die zeurt bij tempo’s van boven de vijftien per uur en een Zes Uursloop van Stein die niet uit mijn systeem wil ben ik niet super. Ik zie in de Egmondstraat, enkele meters na het startschot de eerste lopers al bij mij weglopen. Nu is er altijd een deel dat te hard start. Ik kies mijn eigen tempo en loop in eigen wereld. Altijd aardig als medelopers een praatje maken maar van mij hoeft het niet. Laat mij maar mijn wereld zo klein mogelijk houden. Na ruim twintig kilometer is het duidelijk, dit zal niet mijn gloriemoment worden. De wind giert in de rondte. Windkracht vier, vijf. Wat maakt het uit. Het is een herrie en af en toe voel […]
Lees verderZes uren in Stein
Het plan was om een lekkere 6 uur te lopen. Gewoon op gevoel. Het was in eerste instantie prima weer, lekker zonnetje en weinig wind. De verzorging, clubgenoot Frans de Raadt en mijn dochter Sanna hadden een mooi stekje gevonden vlak voor het zwembad. Tafeltje uitgestald met eten en drinken. Met drie man sterk stonden we in ons clubtenue aan de start, Peter, die de 6 uur liep als voorbereiding op de 12 uur volgende maand en Andy Roodenburg, die zou starten op 12 per uur en later pas wilde versnellen. De eerste ronden gingen zo rond de vijftien minuten. Te snel? Misschien wel maar het liep prima zo. Na acht ronden was het tempo niet minder en na wat rekenen wist ik wel dat een clubrecord binnen de mogelijkheden lag. Die motivatie zorgde ervoor dat het derde uur het snelste uur werd. De marathondoorkomst ging in 3.14. Prima, maar in mijn achterhoofd spookte toch al dat vijfde uur. Vier uur tempo lopen is niet moeilijk maar een Zes uur begint pas na het vierde uur. Het tempo viel toch niet veel terug in dat vijfde uur, de omstandigheden waren gewoon slecht aan het worden. De zon was na het […]
Lees verderGelezen: Food intake and electrolyte status of ultramarathoners competing in extreme heat
Objective: To relate changes in laboratory indices to dietary intake during extremely prolonged running and to determine if dietary intake influences the ability of runners to finish an 160 km trail race. Methods: We monitored intake and serum chemistries of 26 runners competing in an 160 km foot race in temperatures which peaked at 38 degrees C. Blood was drawn pre-, mid- and post-race. Dietary intake and incidence of gastrointestinal distress or changes in mental status were determined by interview with runners approximately every 13 km. Twenty-three runners completed at least 88 kms and, of these 23 runners, 13 finished 160 km in a mean time of 26.2 +/- 3.6 hours. Results: Finishers ingested nearly 30,000 J, 19.4 +/- 8.1 L of fluid and 16.4 +/- 9.5 g of sodium (Na). Sodium and fluid intake per hour was estimated to be 0.6 g/hour and 0.7 L/hour, respectively. Electrolyte intake during the first half of the race was similar between those that finished the race and those that did not. Finishers ingested fluid at a greater rate than non-finishers (p = 0.01) and tended to meet their caloric needs more closely than did non-finishers (p = 0.09). Body weight was unchanged […]
Lees verderVijf-twaalf
Enkele jaren geleden maakte ik de keuze om mij meer te richten op het geven van trainingen. De consequentie was dat zelf gericht trainen over was. Al mijn energie gaat naar de talenten van onze MiLa-groep van CAV Energie en naar de bedrijven waarvoor ik via mijn bedrijf training geef. En daarnaast kost mijn rol in het Ultraplatform ook de nodige tijd. En ik wil niet zomaar training geven, ik wil weten hoe ik beter training kan geven dan andere trainers. Vanwege mijn achtergrond probeer ik de wetenschappelijke kant van de sport te begrijpen. En die insteek kost zoveel tijd dat naast het training geven zelf trainen amper lukt. Maar meters maak ik, met alle groepen tijdens de warming-up en cooling down, met bedrijvengroepen op de weg, met heen en weer lopen naar mijn werk of de training. En, als je acht trainingen in de week geef, dus ook heel veel losmaakoefeningen! Maar je kan nog zoveel wetenschappelijke ideeën lezen en doorvertellen, zelf ervaren is natuurlijk beter. Zo ben ik al een tijdje gecharmeerd van de onderzoeken die in Zuid-Afrika worden gedaan door de groep van Tim Noakes. Die kennis, en dan met name de onderzoeken naar de oorzaak van […]
Lees verderUltralopers aan de chocomelk?
“Chocolademelk beter na sport dan sportdrank” kopten diverse internetsites de afgelopen maand. Het Belgische gezondheidsmagazine Bodytalk schreef dat je na het sporten beter chocolademelk kan drinken om je vocht- en suikertekorten aan te vullen dan sportdrank. Volgens het tijdschrift blijkt chocolademelk veel beter die tekorten aan te vullen. Het waarom was nog niet helemaal duidelijk. Moeten wij als ultralopers nu allemaal aan de chocomel? Het is altijd aardig om eens verder te kijken. Waar komt zo’n verhaal vandaan. Het Belgische blad noemt zich een onafhankelijk maandblad over gezond en langer leven, dat wetenschappelijk onderbouwde wetenswaardigheden toegankelijk maakt. Zonder franjes en zonder nonsens. Op een vraag naar de achtergrond van het chocolademelkbericht kregen wij van Ultraplatform geen reactie. Maar dankzij de juiste trefwoorden in Google komen we ook een heel eind. Al in 2006 publiceerden een groep wetenschappers van de Universiteit van Indiana het artikel ‘Chocolate Milk as a Post-Exercise Recovery Aid’ in het International Journal of Sport Nutrition and Exercise Metabolism. De onderzoekers onder leiding van Jason Karp lieten negen goed getrainde wielrenners van wielrenteam van de universiteit een stevige intervaltraining uitvoeren. Direct na de training kregen de atleten chocolademelk, een sportdrank (Gatorade) of een energiedrank (Endurox) te drinken. En twee uur […]
Lees verderStraatnaambordjesblues
“Heb je dat straatnaambordje gezien?”, vroeg meeloper E toen we langs de rand van Roosendaal liepen. Krampenloop stond er op het bordje. We hadden ons een kilometertje of dertig eerder al afgevraagd of er ooit een straat, een brug of mogelijk een kanaal naar ons genoemd zou worden. We twijfelden erg. We weten het niet maar voorlopig lijkt het ons niet waarschijnlijk. Of je moet Commissaris worden. Zo heeft ene Commissaris van den Harten ten slotte ook zijn eigen brug gekregen bij Oud-Gastel. Wie moet je zijn hee wat moet je doen voor je naam op een straat of een plein of een plantsoen hoe groot moet je zijn hoe dood moet je zijn voordat je naam op een straatnaambordje komt te staan Dat zong Harry Jekkers in zijn Straatnaambordjesblues. Groot zijn we niet, en dood ook niet helemaal. Al voelde ik mij aan het einde van de zondagse duurloop stevig doorgekookt. Maar dat probleem was in Stampersgat gauw opgelost in het zo goed als uitgestorven lokale café. Twee biertjes, eentje voor het wegspoelen van alle sportdrank en de tweede voor de dorst. Gesprekken over straatnaambordjes, over bruggen die naar je vernoemt worden; dat is zo’n beetje het niveau van […]
Lees verder