Running Nu
Call Us Free: 1-800-123-4567

Archief voor de categorie ‘Wedstrijdverslag’

De twaalfde Rotterdamse Marathon, 1974

Met erg veel genoegen keken ze in Rotterdam niet terug op de twaalfde marathon die in de Maasstad werd georganiseerd. Het was de derde op rij van de atletiekvereniging Metro. Na de twee mooie overwinningen van de Engelsen, Allen in 1972 en Jones in 1973 was het nu de Duitser Willy Roggenbach die de rondjes rondom de Kralingse Plas liep in 2 uur 26 minuten en 5 seconden. De veertiger uit Krefeld behoorde niet tot de Europese topklasse. De wedstrijd was matig bezet. 135 lopers trotseerden die zaterdagmiddag de barre weersomstandigheden, er stond een koude wind en het regende een groot deel van de tijd. Ruim vijftig, meest Nederlanders, liepen de marathon binnen de drie uur. Een lichtpunt was wel de tweede plek voor de Utrechtse student Cees Verhoef. Hij had in het buitenland al enkele sterke marathons gelopen maar in Nederland was dat nog niet gelukt. Stralend zei hij na afloop: “Ik heb mij eindelijk ook in eigen land waargemaakt.” Cees kreeg een mooie prijs, hij won een reis naar de Athene marathon, de bakermat van deze legendarische afstand. De prijs was beschikbaar gesteld door Kordatzakis, een in Nederland werkende Griek. Een opvallend incident, dat zelfs de tv uitzending […]

Lees verder

De elfde Rotterdamse Marathon, 1973

Een suikerzoete titel voor Johan Kijne kopte het Rotterdams Nieuwsblad op 7 juli 1973. Ik vroeg Johan Kijne, thuis in Hellevoetsluis, wat die kop precies inhield. De krant schrijft over een suikerdieet maar Johan legde uit dat hij, in navolging van de Zweden en Engelsen, zich had verdiept in het koolhydraten stapelen. Dat hield in dat er een week voor de wedstrijd drie dagen lang geen suiker en zo min mogelijk koolhydraten werden ingenomen. Het lichaam reageert dan met een eigen glycogeenaanmaak. Na de suikerloze dagen wordt er juist heel koolhydraatrijk gegeten. Pasta’s in alle soorten en maten. Het lichaam reageert door extra op te slaan voor moeilijke tijden. Tijdens de marathon heb je dan extra koolhydraten om uit te putten. Johan Kijne werd in de elfde Rotterdamse marathon derde achter de Britten Jones en Hughes en werd daarmee Nederlands Kampioen. Jones, een 28 jarige vrachtwagenchauffeur uit Windsor liep een uitgekiende race. Samen met Kijne haalde hij rond het 25 km punt de koplopers Slachmuylders uit België en de Engelsman Atkinson in. Achter het viertal liepen Cees Verhoef, Aad Steylen, Henk Kalf, Van Sijtveld en de Engelsman Hughes. Het werd een mooie wedstrijd, Jones liep van Kijne weg en zijn […]

Lees verder

De tiende Rotterdam Marathon, 1972

In de blog over 1955 schreef ik dat Pleun van Leenen, de beste Nederlander op de olympische marathon van 1928, aan de start stond van de negende Rotterdamse marathon. We zijn nu in 1972 belandt. En wie staat er weer op de baan in 1972? Juist, Pleun van Leenen. Deze keer liep hij niet meer mee. De 72 jarige Rotterdammer liep nog wel geregeld een rondje door het Kralingse Bos maar marathons liep hij niet meer. Samen met de andere Rotterdamse deelnemers van 1955, Ad van den Berg, Joop Snoep, Wim Bahnert en Jan Ruberg kreeg hij van het Rotterdamsch Nieuwsblad een lepeltje aangeboden. Tijdens het startschot van de marathon zorgde een wolkbreuk ervoor dat de lopers in een nat pak op weg moesten voor hun eerste van de zes rondjes Plas. De Engelsman Bernie Allen deed het organisatiecomité van atletiekvereniging Metro een groot plezier door de wedstrijd te winnen in de snelste tijd ooit op Nederlandse bodem gelopen. Nadat Allen een jaar eerder Enschede won, klokte hij nu een persoonlijk record van 2.16.34,6. De Nederlanders probeerden wel te profiteren van het tempo van de Engelsman. Met name de Maastrichtenaar No op den Oordt, oud recordhouder op de 5000 meter […]

Lees verder

De negende Rotterdam Marathon, 1955

Op vrijdag 3 juni 1955 pakte het Rotterdams Nieuwsblad groot uit met een hele pagina gewijd aan de marathon. Net als in 1908 is deze krant mede-organisator. De lopers kregen van de verslaggever van het RN het volgende mee: Het is niet om de 43 deelnemers aan de Rotterdamse marathon te verontrusten maar ik verwacht, dat heel wat deelnemers onderweg de strijd zullen staken. Dat is voor hen dan ook verstandiger dan tegen beter weten in de strijd voort te zetten. De organisatie, onder leiding van de heer In ‘t Veld, houdt dan ook met alles rekening. Langs het gehele parcours staan Rode Kruisposten gereed om onmiddellijk hulp te kunnen bieden en achter de colonne rijdt een bezemwagen om de uitvallers naar de Nenijto terug te brengen. Bovendien staat het wagenpark van het ROTTERDAMSCH NIEUWSBLAD ter beschikking om waar dan ook onmiddellijk assistentie te kunnen verlenen. De drievoudig Nederlands kampioen Janus van der Zande uit Halsteren is de gedoodverfde favoriet. En hij stelt niet teleur. Alsof er een sprint gelopen moest worden startten de lopers op de baan van de Nenijto. De Zaandammer Geeroms verraste iedereen door zijn snelle start. De Duitse kanshebber Wange verklaarde na afloop dat dit hem […]

Lees verder

De achtste Rotterdam Marathon, 1950

Een van de opvallendste atleten die zich meldde bij het wedstrijdsecretariaat van de eerste naoorlogse Rotterdam marathon was Dhr. Wey uit Apeldoorn. In 1937 was hij samen met zijn zoon de avond voor de wedstrijd naar Rotterdam gelopen en finishte hij als tiende. Deze keer kreeg hij van de dokter te horen dat hij niet mocht starten. “Opa” Wey was zestig, te oud volgens de dokteren. Ook Joop Overdijk kwam de keuring niet door. Dit was een grote tegenvaller voor zowel Overdijk als de organisatie. Overdijk was de laatste drie jaar Nederlands kampioen op de marathon en op de 25 kilometer. Overdijk had griep gehad en werd uit de wedstrijd gehouden. Met een straffe westenwind in de rug werd er door sommige lopers een overmoedig hoog tempo gelopen. Na een kilometer of vijftien kristalliseerde de wedstrijd uit. De kopgroep bestond uit Van Rijn uit Den Haag, de Schiedammer De Groot, Moons uit Eindhoven en Van den Berg (Vught). Na het keerpunt bij Nieuwerkerk werd kop over kop tegen de wind in gebeukt. Van Rijn maakte het meeste indruk op de volgers. De Groot stapte na dertig kilometer uit, Van den Berg liep toen al op achterstand. De organisatie had met […]

Lees verder

De zevende Rotterdam Marathon, 1938

Na het succes van de “Leven” Marathon in 1937 organiseerde het weekblad in 1938 wederom samen met Pro Patria een marathon. De route naar Nieuwerkerk was ongewijzigd en om het publiek rondom de Nenijto te vermaken was een mooi programma opgezet. De toeschouwers kregen speerwerpen, discuswerpen, verspringen en snelwandelen te zien. De sprintnummers met toppers als Osendarp, Baumgarten en Jan Gijseels jr. vielen wat tegen. De zeer hinderlijke wind stond pal tegen. De NRC schrijft het volgende over de marathon: Bij den marathonloop hebben de Belgen weinig strijd ondervonden van de Hollanders., die ver achterbleven. Deze lichte Belgische mannekens hadden weinig hinder van den wind en noteerden uitstekende tijden. Zij kwamen dan ook royaal als 1e en 2e binnen. De eerste Hollander, Pleun van Leenen werd 3e en daarmee kampioen van Nederland. De Rotterdamse marathon van 1938 is waarschijnlijk de laatste vooroorlogse marathonloop in Nederland. In januari 1939 staat er nog wel een overzicht in de krant met de wedstrijdplanning. Maar het lijkt erop dat de marathon niet meer is georganiseerd. De uitslag van de zevende Rotterdamse marathon: Meskens 2.46.14,8 Nevens 2.56.18,8 van Leenen 3.14.43,4 Leynse 3.21.11,3 Cosman 3.22.09,4

Lees verder

De zesde Rotterdam Marathon, 1937

Het geïllustreerde weekblad “Het Leven” organiseerde in de jaren dertig van de vorige eeuw geregeld marathons in samenwerking met een lokale atletiekvereniging. In 1937 werd voor het eerst samengewerkt met Pro Patria, de roemruchte club die later is opgegaan in de Pro Patria ALO Combinatie, PAC. Op 11 juli 1937, na negen jaar zonder marathon, stond eindelijk weer groep lopers aan de start voor een avontuur van 42,195 kilometer. Het vertrek was op de sintelbaan van Nenijto aan de Benticklaan. Na een route van ruim zes kilometer, rondom het stuk polder waar sinds 1940 Diergaarde Blijdorp ligt, ging het parcours door de stad naar de Kralingse Plas, over de Hoofdweg naar Nieuwerkerk. Even voorbij de theetuin van Wensveen lag het keerpunt. De Belgen Meskens en Nevens hadden op het zes kilometerpunt al een aanmerkelijke voorsprong op Groeneweg en Walbeek. De sterk lopende Bram Groeneweg wist op de terugweg tegen de wind in Nevens toch terug te pakken. Meskens was een klasse apart. Met 2.44.14 liep hij een internationaal aansprekende tijd. Groeneweg werd onder luid applaus verwelkomt op de sintelbaan, tien minuten achter Meskens. De tijd van Groeneweg, 2.54.03,6 was de één na snelste tijd gelopen door een Nederlander. Opvallend waren […]

Lees verder

De vijfde Rotterdam Marathon, 1927

Al is de leugen nog zo snel, de waarheid achterhaald hem wel. Dit cliché gaat zeker ook op voor Vrijmoet, deelnemer aan de Rotterdam Marathon van 1927. In 1927 organiseerde D.O.S. een marathon met start en finish op het terrein van Feyenoord. Voor zover ik weet de enige marathon die in zijn geheel door Rotterdam-Zuid ging. Het verslag uit “Het Vaderland” van 12 september 1927 gaat als volgt: D.O.S. heeft gisteren onder leiding van den kundigen Waldekker haar marathonloop van 42,200 kilometer, waarvan start en finish op het terrein van Feyenoord te Rotterdam, tot een goed eind gebracht. De organisatie was in orde en ware één controlepost op het eind niet in verzuim gebleven, dan zouden wij kunnen zeggen, dat de regeling geheel vlekkeloos was. Ongeveer 10 minuten over één klonk het startschot. Er vertrokken 13 loopers, waaronder J. van Egmond van Wilskracht uit Amsterdam, die buiten mededinging liep. Na twee banen op het veld van Feyenoord te hebben afgelegd, trok de ploeg de straat op in de richting van de Charloisse Lagedijk, Waalhaven O.Z., Doklaan, Brielschelaan, Putschelaan, Beyerlandschelaan, Groene Hilledijk, Dordtsche Straatweg in de richting van Rijsoord. Aanvankelijk had van Leenen (D.O.S.) de leiding maar na ongeveer 26 kilometer […]

Lees verder

De vierde Rotterdam Marathon, 1926

De marathon van DOS startte die zondag 12 september 1926 met veertien lopers. Deze keer had men een route van Rotterdam naar Delft uitgestippeld. Van de Wielerbaan door Kralingen en Crooswijk over de Schieweg naar Overschie. In Delft lag het keerpunt op de Oostsingel. Cramer nam al direct de leiding en wist ondanks een vervelende valpartij tot aan Delft op kop te lopen, gevolgd door een groepje lopers, de DOS atleten Jaap Kemp en Pleun van Leenen, Hoogeveen van O.D.I. en de Delftse favoriet Vrijmoet. De gevolgen van de valpartij noopten Cramer toch om op te geven. Kemp, die onlangs lid was van DOS na het uiteenvallen van het Zoetermeerse PP, kwam aan de leiding te lopen met op een 150 meter gevolgd door Van Leenen. De slechts achttienjarige Kemp liep langzaam maar zeker uit op zijn directe belager, de zeven jaar oudere Van Leenen. Kemp kwam fris aan op de wielerbaan, liep daar zijn ronde en had een tijd van 3 uur 7 minuten en 4 seconden. Van Leenen was bij het binnenkomen van de stad voorbijgestoken door Hoogeveen en kwam als derde aan, in 3 uur 15, vier minuten achter Hoogeveen. Van de veertien gestarte lopers kwamen er […]

Lees verder

De derde Rotterdam Marathon, 1912

Op 26 mei 1912 staan voor de derde Rotterdamse marathon slechts elf lopers aan de start. Het marathonlopen was in Nederland niet populair. Of er marathons gelopen zijn in Nederland tussen 1909 en 1912 is niet duidelijk. In ieder geval stond het Nederlands record nog op 2 uur en 56 minuten, de tijd die Theunissen in 1908 liep. Theunissen was ook bij deze marathon aanwezig, echter niet als hardloper maar als arts. Samen met dokter Tourr onderzocht hij de deelnemers. Alle deelnemers kregen toestemming te mogen starten. Het verslag van de wedstrijd in de kranten is summier. Het parcours is gelijk aan die van 1908 en 1909, 40 kilometer naar Gouda en terug. Twee van de deelnemers liepen in 1908 mee in de olympische marathon van Londen, Wim Braams en Arie Vosbergen. Het was Braams die als eerste bij het keerpunt was. De ervaren Braams, onder andere winnaar van de “marathon van Haarlem”, de 25 kilometer lange kwalificatieloop voor de Olympische Spelen van 1908, kreeg op de terugweg echter een stevige inzinking. Arie Vosbergen van Pro Patria wist vlot een grote voorsprong te nemen. Hij liep op een gegeven moment een kilometer voor op de nummer twee, D. Lange. Af […]

Lees verder
"De finish is niet het einde van het lopen..." (Ultraloper Jan Knippenberg)